Rumoldus I
De derde klok draagt de naam van de patroonheilige van de kathedraal. De eerste vermelding van deze klok dateert uit 1491. Rumoldus I zou afkomstig geweest zijn van de oude Sint-Romboutstoren en tijdens de bouw van de nieuwe toren opgeborgen op het Sint-Romboutskerkhof. Nadien werd ze in de nieuwe toren opgehangen.
Rumoldus II
Na de torenbrand van 1498 werd in 1514 een nieuwe Romboutklok gegoten door Joris Waghevens. 200 jaar gaat alles goed maar in 1748 barstte de klok tijdens het luiden. Ze bleef negen jaar gebarsten in de toren hangen.
Rumoldus III
Op 27 mei 1757 werd Rumoldus II door Andreas Van den Gheyn uit Leuven hergoten in de stadshalle.
Rumoldus IV
In 1854 barst Rumoldus opnieuw. Op 12 september 1860 werd de klok uit de toren neergelaten en naar Leuven overgebracht om daar hergoten te worden door Severinus Van Aerschodt. Op 24 juni 1861 kwam de nieuwe klok met de trein in Mechelen aan en op 1 juli, de feestdag van Rumoldus, werd zij ingewijd en nadien langs binnen in de toren getakeld. Drie dagen later weerklonken haar zuivere tonen over de stad.
Omstreeks 1990 brak de klepel van Rumoldus IV. De klok raakte twintig jaar in onbruik. Door een samenwerking tussen de Vrienden van Sint Romboutskathedraal, de kerkfabriek en een gulle schenking van de firma ‘Torenuurwerken en beiaarden Michiels’ uit Mechelen werd ze in 2011 onverwacht weer tot luiden gebracht. Volgens vele Mechelaars heeft zij de mooiste toon van alle luidklokken.